Ben jij er klaar voor om kritisch en liefdevol naar jezelf te kijken?
Toen ik was afgestudeerd als organisatiepsycholoog, begeleidde ik vijf jaar lang jongeren. In deze tijd is mijn liefde voor intervisie ontstaan. Intervisie vond ik één van de leukste onderdelen van mijn werk. Met collega’s systematisch onderzoeken waar je tegenaan loopt, om daarvan te leren en te groeien: je kunt me niet blijer maken.
Later deed ik mee aan een multidisciplinaire intervisiegroep: daar leerde ik superveel nieuwe intervisiewerkvormen. Het was bovendien heel tof om de zienswijze van mensen uit compleet andere disciplines te horen.
Nóg weer later manoeuvreerde ik mezelf net zo lang, tot ik de positie had dat ik een intervisiegroep mocht begeleiden. Ik begeleidde verschillende groepen, van jongerenwerkers tot leerplichtambtenaren en hulpverleners. Ik vond het fantastisch om professionals uit de waan van de dag te halen, en te zien hoe mensen nieuwe en onverwachte oplossingen vinden voor lastige werkproblemen.
En tegenwoordig ben ik als intervisiebegeleider te huur! Daarom vind ik het tijd worden om mijn kennis en ideeën over intervisie te delen.
Want ja, intervisie: hoe doet je dat precies?
Intervisie wordt pas leerzaam als je het goed doet. Dat betekent: niet verzanden in oeverloos geklets, de juiste vragen stellen, een systematische aanpak, en bovendien kritisch en liefdevol durven zijn.
Hoe krijg je dat voor elkaar, oftewel: hoe organiseer en begeleid je een goede intervisie?
In dit artikel deel ik alles wat ik heb geleerd over intervisie. Bovendien deel ik één van mijn favoriete werkvormen voor intervisie met je. Hij komt uit de intervisiewaaier, die ik heel vaak gebruik, en is geheel gratis voor jou om toe te passen met je collega’s!
Maar laat ik beginnen bij het begin.
Wat is intervisie?
Intervisie houdt in dat een groepje collega’s met elkaar in gesprek gaat over problemen op het werk. En niet zomaar een gesprek om even stoom af te blazen. Zo van: “Wat ik nou meemaakte met die cliënt, ze werd ineens heel boos” “Oh jaaaa, dat had ik laatst ook, gek he, zo is ze normaal gesproken helemaal niet.”
Dat dus niet.
Het is natuurlijk heel belangrijk om af en toe stoom af te blazen met je collega’s. Sterker: het kan zelfs onderdeel zijn van een goede intervisie sessie. Maar intervisie is méér.
Wat is intervisie dan wel?
Intervisie is een systematisch en onderzoekend gesprek, met als doel om beter te worden in je werk en van elkaar te leren. Je bespreekt met elkaar één concreet werkprobleem. Door vragen te stellen en goed te luisteren, onderzoek je het probleem grondig. Pas als alle informatie boven tafel is, trek je samen een conclusie of geef je een advies. In een goede intervisiesessie leert niet alleen de (jeukwoord-alarm*) “inbrenger” van het probleem iets, maar alle andere deelnemers ook. Doordat je met een helicopterview kijkt naar het probleem en de onderliggende informatie, ontdek je samen gedeelde waarheden, nieuwe inzichten over je manier van werken en kun je zelfs met elkaar tot een gezamenlijke visie op je vak komen.
Intervisie is dus quality time.
Quality time met jezelf en je collega’s. Even weg uit de waan van de dag, terug naar de kern, het waarom van je werk. Wat geeft jouw werk zin? Waarom vind je dit ook alweer leuk om te doen? Want vaak heb je hele mooie drijfveren voor je werk, maar zijn die begraven onder een berg dagelijkse stress. Tijdens intervisie mag je weer even nadenken over die drijfveren. Intervisie zorgt dus niet alleen voor betere kwaliteit van je werk, maar ook voor meer werkplezier.
Nou kom maar op Froukje, ik ben om. Hoe organiseer je intervisie?
Ik heb al aardig wat intervisiebijeenkomsten georganiseerd en intervisiegroepen geprobeerd op te zetten. Als ik je één tip mag meegeven die me is bijgebleven, dan is het wel deze:
DOE HET.
Klinkt logisch, maar is het niet. Intervisie is namelijk typisch iets uit het vakje “wel belangrijk, niet urgent” (zie bijv. hier). In de waan van de dag ben je al gauw geneigd om intervisie op te schuiven, in te korten of af te zeggen. Ik merkte dit bijvoorbeeld toen ik regelmatig intervisie begeleidde bij de gemeente. Collega’s wilden wel, maar hadden het te druk. Dus kwamen toch maar niet.
De collega’s die wél kwamen, werden vaak heel blij, ontspannen en energiek van de bijeenkomst. Ze keken met frisse blik naar hun werk kregen en zin om weer aan de slag te gaan. Bovendien gingen ze vaak weg met concrete tips en acties voor hun meest ingewikkelde werkproblemen.
Dus mijn eerste en belangrijkste tip: DOE HET!
Plan het in, eens per twee maanden bijvoorbeeld, en spreek met elkaar af dat je dan ook echt komt.
Dan nu even wat praktische tips.
Of eigenlijk randvoorwaarden voor een goede intervisie:
Oké. Daar zit je dan met een clubje collega’s. Zaaltje geregeld, twee uur geblokkeerd in de agenda’s, gespreksleider aangewezen.
En dan? Waar ga je het over hebben? En hoe?
Oftewel: hoe begeleid je een intervisie?
Allereerst een paar intervisieregels, of eigenlijk meer de intervisie basishouding. Het is verstandig om te beginnen met het delen van deze regels, zodat iedereen weet waar ‘ie aan meedoet:
Als iedereen zich hierin kan vinden, kun je LOS.
Nog niet helemaal in het hier en nu?
Begin eventueel met een korte mindfulness oefening, om te zorgen dat iedereen zijn aandacht op de intervisie en op elkaar kan richten. Je kunt bijvoorbeeld de volgende tekst gebruiken: “sluit je ogen. Adem diep in naar je buik, en zucht uit via je mond. Voel hoe je op je stoel zit, hoe je voeten de grond raken, merk de rest van je lichaam op." (korte pauze) "Breng je aandacht naar je ademhaling. Doe een aantal heel bewuste ademhalingen. Dwaal je af? Merk dit op, en breng vervolgens je aandacht rustig weer terug naar je adem.” Geef de groep even de tijd om op hun adem te focussen en laat ze na een minuutje hun ogen weer open doen. HALLO hier en nu!
Hoe ga je vervolgens te werk?
Het prettigste vind ik om in rondes te werken, waarbij je alle aanwezigen om de beurt aan bod laat komen. Ieders wijsheid wordt zo meegenomen. Je kunt bijvoorbeeld globaal de volgende rondes aanhouden:
En dan nu: één van mijn favoriete werkvormen voor intervisie.
Ik houd van deze vorm omdat hij positief is, kijkt naar wat er al goed gaat en dat uitbouwt. Deze werkvorm geeft de inbrenger vaak veel zelfvertrouwen. En hij is lekker concreet en praktisch. Hieronder de stappen uit de waaier, met daarbij voorbeelden van mijzelf.
Kom’t ie:
Vier oplossingsgerichte vragen
Iemand brengt een werkprobleem in. Bijvoorbeeld: “de moeder van Eline doet altijd zo uit de hoogte. Hoe kan ik daarmee omgaan?”
Stap 1. Wat moet er anders?
De groep stelt vragen (10-15 minuten). Bijvoorbeeld: wat zou er anders moeten zijn aan Eline’s moeder? Welke concrete situatie zou je willen veranderen? Wat zou je willen veranderen aan je eigen gedrag? Enz.
Stap 2. Wat gaat er goed?
De groep stelt weer vragen (10-15 min). Bijvoorbeeld: wat gaat er goed met Eline? Wat is er leuk aan de moeder van Eline? Waarom?
Stap 3. Als het goed gaat, wat is er dan veranderd?
Of: als je morgenochtend wakker wordt en je probleem is als bij een wonder opgelost in je slaap, waar merk je dan aan dat het is veranderd? (bij sommigen ook wel bekend als de wondervraag, zie bijv. hier)
De inbrenger van de vraag is aan het woord, met ondersteuning van vragen en tips van de deelnemers (10-15 min). Bijvoorbeeld: Waaraan merk je dat het veranderd is? Aan welke aspecten van het gedrag van Eline’s moeder? En welke aspecten van jouw eigen gevoel? Hoe zou Eline’s moeder jou dan tegemoet treden, en hoe reageer jij daar op?
Stap 4. Welke stappen zet je het eerst om je probleem op te lossen?
Vraag de inbrenger om concrete voornemens te formuleren (denk SMART!) Hoe kleiner en haalbaarder hoe beter.
Laat de inbrenger haar voornemens beoordelen met een cijfer van 1 tot 10, voor de kans om de oplossing daadwerkelijk uit te voeren. En vraag vervolgens: waarom geef je een voornemen bijvoorbeeld een 6 en geen 9 of 10? Hoe kun je er een 10 van maken? (10-15 min)
Tot slot: rond af en evalueer. Laat evt. iedereen nog een keer een tip of advies geven aan de inbrenger. En vertel elkaar wat je ervan vond en wat je zelf hebt geleerd.
Zoals je ziet: deze werkvorm gaat niet op zoek naar oorzaken van het probleem, maar naar oplossingen. “Hoe kan ik…” is het uitgangspunt. Het is een fijne werkvorm voor beginnende intervisiegroepen vind ik, omdat hij heel concreet blijft en niet al te zweverig wordt. Ik wens je er veel plezier mee!
Nu even wat spotlicht op de makers.
Deze werkvorm is afkomstig uit de Intervisie werkvormen waaier van uitgeverij Thema. Ik heb contact gezocht met Thema en heb toestemming om gratis deze werkvorm met je delen. Mocht je interesse hebben in meer, dan kun je de waaier hier bestellen. Oh ja, hij is geschreven door Jeroen Hendriksen en Jantine Huizing. Bedankt voor jullie mooie waaier!
En als we dan toch bezig zijn. Ik heb ook veel geleerd over intervisie van Mascha Struijk, in de tijd dat ik met jongeren werkte. En van Karin Timmerman, toen ik in de multidisciplinaire intervisiegroep zat. Allemaal heel hartelijk dank voor jullie wijsheid!
Heb je nog vragen?
Wil je meer weten over intervisie? Merk je dat het lastig is om een goede intervisie te begeleiden? Bijvoorbeeld omdat je collega’s het best spannend vinden om kwetsbaar te zijn? Of lukt het niet om de diepte in te gaan? Advies nodig? Neem contact met mij op!
Groetjes Froukje
PS: practice what you preach. Zelf neem ik ook deel aan een intervisiegroep, omdat ik mezelf graag wil blijven ontwikkelen :)
* Degenen die mij langer kennen weten dat ik fan ben van Japke-D en probeer om zo weinig mogelijk jeukwoorden te gebruiken. Helaas ontkom ik er niet helemaal aan. Bij intervisie wordt nu eenmaal gesproken over het inbrengen van een probleem. Degen die zijn probleem voorlegt aan de groep, heet dus inbrenger. Ik zal nog eens nadenken over een goede alternatieve term. Tot die tijd: lekker blijven inbrengen met zijn allen!