Maar wat doet een trainingsacteur dan wel?
Als ik aan mensen vertel dat ik trainingsacteur ben, krijg ik wisselende reacties. Sommige mensen weten niet wat het is, anderen hebben zelf wel eens met een trainingsacteur te maken gehad. Wat doet een trainingsacteur precies? Je leest het in dit artikel!
Even lekker shinen
Ik merk dat mensen niet zo’n duidelijk beeld hebben van wat je nou doet als trainingsacteur. Dat komt door het woordje acteur, vrees ik. Dat roept bij mensen een bepaald beeld op. Zo denken mensen bijvoorbeeld dat je even lekker kunt shinen als trainingsacteur. Een vriendin zei laatst: ik denk altijd dat trainingsacteurs van die mensen zijn die eigenlijk heel graag écht acteur hadden willen worden.
Het imago is dus: lekker toneelspelen, los gaan voor je publiek. Maar weet je wat nou het gekke is: trainingsacteren heeft heel weinig te maken met acteren!
Huh? Ja, echt waar.
Wat doet een trainingsacteur dan wel?
Als ik heel kort moet uitleggen wat een trainingsacteur is: je bent levend oefenmateriaal. Je bent geen entertainer, je speelt niet voor publiek of applaus. Je speelt om het leerproces van een ander te helpen. Mensen kunnen (nieuw) gedrag op een trainingsacteur uitproberen, om te ontdekken wat het effect ervan is. Hoe gaat dat precies in zijn werk? Dat zal ik uitleggen met een voorbeeld.
Het verhaal van Marieke die geen nee kon zeggen
Marieke is een secretaresse die zich gestresst voelt, omdat anderen haar altijd extra werk bezorgen. Ik ben trainingsacteur. In een training “persoonlijke effectiviteit” komen we elkaar tegen. We gaan oefenen met nee zeggen. Marieke vindt dit vooral lastig om te doen in het contact met haar leidinggevende. Ze vertelt me hoe haar leidinggevende zich meestal gedraagt, dat ze bijvoorbeeld vaak “dat lijkt me vanzelfsprekend” zegt of tussendoor op haar horloge kijkt. De tips helpen mij om deze vrouw zo geloofwaardig mogelijk te spelen. Vervolgens doen we een oefening, waarin het Mariekes doel is om mij te vertellen dat ze die ene extra klus niet wil of kan doen.
Na afloop geef ik Marieke feedback: ik vertel haar wat ze zei en deed, en welk effect dat op mijn rolpersonage (de leidinggevende) had. Wat blijkt? Marieke dacht altijd dat ze best duidelijk was tegen haar leidinggevende, maar ontdekt dat ze helemaal geen nee zegt. In plaats daarvan noemt ze allerlei excuses en dingen waar ze druk mee is. Hierdoor krijg ik (als haar leidinggevende) de boodschap niet mee dat Marieke eigenlijk nee probeert te zeggen.
Daarom mag Marieke het nog een keer proberen. Nu met behulp van de tips die ze van de trainer meekrijgt: vriendelijk maar duidelijk nee zeggen, kort een toelichting geven, reactie afwachten, begrip tonen, eventueel meedenken over een oplossing, maar wel bij je standpunt blijven! Door deze tweede oefening ontdekt Marieke dat haar gesprekspartner (ik dus, in de rol van leidinggevende) hier best goed op reageert. Bovendien ontdekt ze dat het helemaal niet zo eng is als ze dacht, om gewoon nee te zeggen.
Marieke heeft zojuist geëxperimenteerd met haar eigen gedrag, en onderzocht wat het effect hiervan is op anderen (haar leidinggevende in dit geval). Bovendien heeft ze geoefend met nieuw gedrag, en heeft ze het zelfvertrouwen gekregen om dit ook in het echt uit te gaan proberen.
Was je nou aan het acteren of niet?
Door Mariekes leidinggevende te spelen, ben ik haar levende oefenmateriaal. Dus ja, voor een deel ben ik inderdaad aan het acteren. Ik moet me kunnen inleven in Mariekes leidinggevende. Ik moet denken, voelen en doen als deze persoon, iemand die ik niet ken. Een trainingsacteur moet emoties kunnen oproepen, en verschillende soorten gedrag tevoorschijn kunnen toveren, op een geloofwaardige manier. Van onzekere collega tot boze burger. Je moet dit bovendien niet als “geinig typetje” doen, maar je moet echt kunnen voelen wat iemand zou voelen. Je moet dus kunnen acteren, zo simpel is het. Acteren is de onmisbare basis van het vak trainingsacteren.
MAAR!
Tot zover het acteerwerk!
Ik kan je namelijk vertellen dat deze onmisbare basis misschien maar 20% is van de vaardigheden die een trainingsacteur moet hebben. De overige 80% hebben weinig tot niks met acteren te maken.
Wat moet je dan nog meer kunnen als trainingsacteur?
Nou, bijvoorbeeld dit:
Een trainingsacteur werkt samen
Als je werkt als trainingsacteur, is er (bijna) altijd een trainer die de leiding heeft en die jou heeft ingehuurd. Je moet dus goed kunnen samenwerken met de trainer. De trainer bepaalt welke theorie en welke gesprekstechnieken er geoefend gaan worden. Als trainingsacteur ben je eigenlijk niet meer dan een leermiddel voor de trainer. Ja, je bent een leermiddel, net zoals een flipover dat is. De trainingsacteur als flipover? Toegegeven, een flipover die terugpraat, dat wel. Maar in ieder geval: je moet als trainingsacteur heel flexibel zijn en goed in kunnen spelen op de wensen van de trainer. U vraagt, wij draaien!
Een trainingsacteur is toegankelijk
Je moet ervoor zorgen dat de cursisten zich op hun gemak voelen. Mensen vinden rollenspellen vaak doodeng. Niet gek overigens: ga maar eens voor een groep zitten tegenover een acteur om je gedrag onder een microscoop te leggen… Hier moet je zeker rekening mee houden, door heel toegankelijk te spelen en (meestal) niet al te heftige of confronterende dingen te doen. Het is van het grootste belang dat je een veilige sfeer creëert, waarin mensen durven te experimenteren met hun eigen gedrag.
Een trainingsacteur is gericht op leren
Je moet helemaal gericht zijn op het leerproces van de persoon die tegenover je zit. Wat wil Marieke bijvoorbeeld leren? Met welke doelen wil ze oefenen? Welk niveau heeft ze op dit gebied? Je moet dus niet met jezelf bezig zijn, maar (zoals mijn docent Miranda van Dubbel E zou zeggen) helemaal “intunen” op de cursist.
Een trainingsacteur is gericht op succeservaringen
Wat heel belangrijk is: cursisten moeten successen opdoen tijdens een training! Mensen (en ook dieren) leren het beste door positieve bekrachtiging, oftewel een beloning van het gewenste gedrag. Als Marieke, die het oefenen heel spannend vindt, dus ook maar een millimeter duidelijker is in het nee zeggen, stuur ik als trainingsacteur onmiddellijk mijn gedrag bij. Ik zeg bijvoorbeeld “goh, wat fijn dat je dit zo duidelijk aangeeft, ik wist niet dat je zo druk was”. Zo voelt Marieke dat het dus loont om duidelijk te zijn en durft ze hier de volgende keer weer mee te experimenteren. Als trainingsacteur moet ik tijdens het spel dus goed registreren wat iemand allemaal doet en hierop mijn spel kunnen aanpassen.
Een trainingsacteur speelt hints
Je moet je eigen spel dus heel soepel bij kunnen sturen, afhankelijk van wat de cursist tegenover jou doet. Als het Marieke bijvoorbeeld helemaal niet lukt om nee te zeggen en ze blijft er omheen draaien, kan ik als trainingsacteur hints laten vallen in het spel. Dit wordt sturend spelen genoemd. Ik zou bijvoorbeeld als leidinggevende kunnen zeggen: “goh, maar je hebt toch nog wel tijd voor een extra klus?” of: “Het is me nog niet helemaal duidelijk wat je nu precies wilt zeggen.” Waardoor ik haar bijna dwing om te zeggen: “ik ga die extra klus niet doen.” Het gevolg is dat Marieke tijdens het spel de kans heeft om haar gedrag bij te sturen en zo een succeservaring op doet. Dit betekent dat je als acteur moet kunnen registreren wat de ander doet en hier je eigen gedrag op aanpassen. Je moet iemand als het ware door jouw manier van reageren langzaam richting het einddoel (het gewenste gedrag) loodsen. Oók als dat vanuit je rol misschien niet helemaal logisch zou voelen.
Een trainingsacteur houdt de helicopterview
Niet alleen om je eigen gedrag bij te sturen is het belangrijk om tijdens het spel te registreren wat er gebeurt. Maar ook voor het geven van feedback is dit een essentiële vaardigheid. Na afloop wordt het rollenspel namelijk geëvalueerd. Ik moet als trainingsacteur dan kunnen vertellen wat Marieke zei of deed, en welk effect dit op mij (mijn rolpersonage) had. Je moet dus altijd een helicopterview houden als je speelt. Waar een acteur zich kan verliezen in de flow van het spel, op kan gaan in zijn rol, heeft een trainingsacteur altijd nog een deel van zichzelf nodig om niet in de rol te zijn en erboven te hangen, zodat je kunt registreren (en later benoemen): “Hé! Wat staat Marieke stevig op haar beide benen! Ik begrijp meteen dat ze iets belangrijks wil zeggen!”
Een trainingsacteur kan effectieve feedback geven
Tot slot moet je als trainingsacteur hard aan het werk tijdens de nabespreking. Hierbij stap je meestal uit je rol, je bent nu weer “jezelf”. Je gaat heel precies en ZONDER OORDEEL! vertellen wat er gebeurde tijdens het spel, en wat hiervan het effect was. Dus niet: “het voelde als een goed gesprek, je was heel duidelijk.” Maar: “je sprak met een harde en duidelijke stem en liet een stilte vallen na je boodschap. Daardoor had mijn personage het idee dat er niet meer te onderhandelen viel over jouw nee”. In de feedback gaat het altijd om wat het EFFECT is van iemands gedrag ten aanzien van zijn of haar werk (bijvoorbeeld: effectief je tijd organiseren als secretaresse), gekoppeld aan de theorie die de trainer gebruikt.
Een trainingsacteur heeft verstand van organisaties en gedragstheorieën
Als trainingsacteur kom je in allerlei organisaties, je moet dan ook goed weten hoe iemands werk eruit ziet. Superleuk, want daardoor leer je veel beroepen van dichtbij kennen. Bovendien moet je de theorieën kennen die gebruikt worden in trainingen, zoals de Roos van Leary, ABC gedrag of LSD-gesprekstechnieken (daarover later misschien meer ;) En dan moet je ook nog aspecten van die theorie kunnen laten zien in je spel!
Maar het belangrijkste, en dit vind ik zelf het aller- aller- moeilijkste als trainingsacteur: je moet kort en bondig benoemen wat iemand EFFECTIEF deed tijdens een gesprek, waarom dit effectief was, en wat een concrete tip is voor de toekomst. Dat een gesprek slecht of goed ging voelen we allemaal wel aan, maar waar zat hem dat precies in? Dát op een positieve manier terug kunnen koppelen, zodat de cursist er echt wat van leert, is voor mij de grote kunst van het trainingsacteren.
Conclusie: shinen doe je maar in je vrije tijd
Ik hoop dat ik je een beeld heb kunnen geven van het werk van een trainingsacteur. Natuurlijk moet je kunnen acteren, je kunnen inleven en, min of meer op commando, emoties laten zien. Maar voornamelijk ben je bezig met heel geconcentreerd en ingehouden spelen, opletten wat er gebeurt, en met heel veel respect voor de cursist tegenover je de leerpunten benoemen in bruikbare feedback.
Conclusie: als ik even lekker los wil gaan op het toneel, dan ga ik naar de plaatselijke improvisatieclub. Als ik iemand anders wil laten groeien en leren, dan ga ik trainingsacteren. Een onwijs uitdagend, spannend, moeilijk, soms zelfs confronterend, maar bovenal supertof vak!
Heb je nog vragen?
Zijn er dingen niet duidelijk? Of heb je misschien aanvullingen? Tips? Neem dan contact met me op! Dat kun je hier doen. Of laat hieronder een reactie achter.
Je kunt het ook gewoon eens proberen!
Ben je trainer? En wil je na dit verhaal wel eens met eigen ogen zien wat een trainingsacteur toevoegt aan een training? Dan kun je dat ook eens vrijblijvend uitproberen! De Nederlandse Vereniging van Trainingsacteurs heeft namelijk een mooi aanbod voor jou. Je mag gebruik maken van een trainingsacteur, om kennis te maken met deze manier van werken, en achteraf bepalen wat je ervoor wilt betalen. Als je het eigenlijk toch niet zo goed bij je vind passen, betaal je niks! Even goede vrienden! Fantastische manier om kennis te maken met een trainingsacteur, toch? Meer info hier: https://www.nvvt.nl/voor-trainers/honorering-achteraf
De NVvT staat voor kwaliteit en professionaliteit, dus je weet zeker dat je met een goede trainingsacteur samenwerkt.
Ben je nieuwsgierig geworden? Wil je het eens proberen met mij als trainingsacteur? Neem contact met me op! Dat kan hier, of bel me op 06-45518446.
Groetjes Froukje